Afspraken pensioenakkoord
In het pensioenakkoord zijn maatregelen opgenomen ter ondersteuning bij eerder uitdiensttreding.
Daarnaast zijn er maatregelen genomen ter bevordering van de duurzame inzetbaarheid, zoals bijvoorbeeld minder fysiek zware werkzaamheden of aangepast werk om de psychische belasting te verlichten. Zo moet uitval en vervroegd beëindigen van een loopbaan wegens arbeidsongeschiktheid voorkomen worden.
Eerder met pensioen
Eerder stoppen met werken wordt op dit moment ontmoedigd en soms zelfs extra fiscaal belast. Een regeling voor vervroegde uittreding (RVU) heeft als doel om een overbruggingsuitkering te bieden tot de pensioendatum. Biedt een werkgever een dergelijke regeling aan zijn werknemers aan, dan is de werkgever hierover een eindheffing verschuldigd van 52%.
In het pensioenakkoord is afgesproken dat werkgevers nu tijdelijk de mogelijkheid krijgen om een fiscaal aantrekkelijke regeling te treffen voor werknemers die vervroegd met pensioen willen gaan.
Dit tot een drempelvrijstelling van € 21.200,- (2020) per werknemer per jaar. Deze uitkering wordt dan niet gezien als een regeling voor vervroegd uittreden (RVU). Dit bedrag is gelijk aan de netto AOW-uitkering voor alleenstaanden.
Aan deze regeling zijn een aantal voorwaarden verbonden:
- De regeling geldt vanaf 1 januari 2021.
- De regeling mag maximaal 3 jaar voor de AOW-datum ingaan.
- Het totale bedrag mag in een keer of in 3 termijnen worden verstrekt.
- Deze mogelijkheid is tijdelijk. De uiterste datum waarop werkgevers en werknemers dit overeen kunnen komen is 31 december 2025.
- De hoogte van de uitkering is onafhankelijk van het oorspronkelijke inkomen, arbeidsverleden en/ of fulltime of parttime dienstverband.
- De regeling is toegankelijk voor iedereen, dus niet alleen voor werknemers in “zware beroepen”.
Hoogte voor vervroegde uitkering voldoen?
De hoogte van de uitkering is maximaal € 21.200,- (2020). De werkgever ontvangt dit bedrag niet van de overheid, maar zal dit zelf moeten financieren. Niet iedere werkgever zal hiervoor de middelen hebben. Op bedrijfstakniveau is het de verwachting dat hierover op korte termijn afspraken in cao’s worden gemaakt. De uitkering mag maximaal drie jaar worden verstrekt.
Als dit bedrag voor een werknemer te weinig is om eerder met pensioen te kunnen gaan dan zal een werknemer eigen financiële middelen moeten inzetten. De werknemer kan bijvoorbeeld een deel van het ouderdomspensioen eerder laten uitkeren of bijvoorbeeld kiezen om de pensioenuitkering te variëren zodat hij de eerste paar jaar een hoger pensioen ontvangt en later een lager pensioen. Daarnaast kan eigen spaargeld worden ingezet. Een andere mogelijkheid is het inzetten van gespaard verlof om eerder met pensioen te gaan. De werknemer kan ook 10% van zijn pensioen afkopen op pensioendatum (dit kan vanaf 2022).
Demotie
Naast de tijdelijke RVU-uitkering blijft ook demotie mogelijk. Werknemers kunnen dan maximaal 50% minder gaan werken. Het salaris mag dan worden aangevuld door de werkgever. Pensioenopbouw blijft mogelijk tot maximaal het oorspronkelijke salaris.
Verlofsparen voor vervroegde uittreding
Tevens is in het pensioenakkoord afgesproken dat werknemers maximaal 100 weken aan verlof mogen sparen. Dit zijn er nu nog 50. Deze weken kunnen worden ingezet om eerder met pensioen te gaan.
En wat betekent dat voor mij?
Wanneer je stopt met werken is en blijft een eigen keuze. De vraag is natuurlijk: heb je voldoende middelen om bijvoorbeeld op leeftijd 65 met pensioen te gaan? Voor veel oudere werknemers komt de verhoging van de AOW- en pensioenrichtleeftijd te laat om zelf een buffer te vormen om eerder met pensioen te gaan. Als de werkgever gebruik maakt van de RVU-regeling, zijn de gemaakte afspraken uit het akkoord een mooie tegemoetkoming en zal het voor velen financieel gemakkelijker wordt om eerder te stoppen met werken. Al zal het wel vaak zo zijn dat je als werknemer zelf ook moet bijdragen om dit mogelijk te maken.
Wat vinden wij hiervan?
Met deze tijdelijk maatregel ontstaat er een extra mogelijkheid om eerder met pensioen te kunnen gaan. Dit blijft echter afhankelijk van de financiële ruimte van werkgever en werknemer. Wellicht is eerder stoppen wel een optie in combinatie met: pensioen vervroegen, een hoog/laag constructie en /of gespaard verlof dagen inzetten. Communicatie en financiële planning zijn hierbij erg belangrijk.