Hieronder vind je de belangrijkste punten uit het wetsvoorstel:
- Pensioenregelingen waarin je jaarlijks een (gegarandeerd) afgesproken stukje pensioen opbouwt (middelloonregeling) zijn vanaf 1 januari 2026 niet meer toegestaan;
- Vanaf 1 januari 2022 gaan alle nieuwe pensioenregelingen uit van een voor alle werknemers gelijk premiepercentage over het deel van het salaris waarover pensioen wordt opgebouwd;
- De maximale premie die mag worden ingelegd bedraagt 30%;
- Voor op 1 januari 2022 bestaande pensioenregelingen die zijn gebaseerd op een leeftijdsafhankelijke (dus stijgende) premie, geldt een uitzondering in die zin dat voor de werknemers die voor 1 januari 2022 in dienst zijn, nog een leeftijdsafhankelijke premie is toegestaan. Voor alle werknemers die vanaf 1 januari in dienst treden geldt een pensioenregeling met een leeftijdsonafhankelijke premie;
- Voor pensioenfondsen geldt dat de opgebouwde pensioenen herrekend gaan worden naar beschikbaar kapitaal. De groei van het kapitaal wordt afhankelijk van de rendementen die het pensioenfonds behaalt;
- Verhoging of verlaging van ingegane pensioenen bij pensioenfondsen hangt ook af van het behaalde rendement;
- Verhoging of verlaging van ingegane pensioenen bij verzekeraars hangt af van de keuze die op de ingangsdatum van het pensioen is gemaakt: gegarandeerd (dus niet stijgend of dalend) of afhankelijk van beleggingen;
- Werknemers waarvoor de nieuwe pensioenregeling nadelig uitpakt, moeten worden gecompenseerd. Dat gaat vaak om werknemers met een leeftijd tussen 45 en 60;
- Bepaling van de hoogte van het partnerpensioen wordt een stuk eenvoudiger: een door de werkgever vast te stellen percentage met een maximum van 50% van het salaris. Wie als partner wordt beschouwd, ligt vast in de wet. Zo is de kans om “tussen wal en schip” te geraken een stuk minder;
- De eindleeftijd van het wezenpensioen wordt gemaximeerd op 25;
- Vanaf 1 januari 2023 mag je 10% van het kapitaal dat beschikbaar is voor pensioen, in 1 keer laten uitkeren;
- Om eerder met pensioen te kunnen mag je tot 100 weken verlof opsparen;
- De werkgever mag, zonder dat hij hiervoor een boete krijgt, 3 jaar lang een bedrag van ruim € 21.000 per jaar uitkeren aan werknemers, zodat ze eerder kunnen stoppen met werken.
Dit zijn ingrijpende maatregelen. Daarom moeten werkgevers uiterlijk in 2024 weten hoe hun nieuwe pensioenregeling er in hoofdlijnen gaat uitzien, inclusief een transitie- en compensatieplan.
Werknemers moeten straks veel keuzes maken die allemaal van invloed zijn op de hoogte van hun uiteindelijke pensioen. Ook hier liggen grote uitdagingen voor pensioenuitvoerders en werkgevers. Zij moeten er voor zorgen dat de werknemers goed begeleid worden bij het maken van de juiste keuzes.